Openheid geven over jezelf als coach: wel of niet ok?
Openheid geven over jezelf als coach: is dat nu wel of niet OK?
Zowel bij motiverende als oplossingsgerichte gespreksvoering wordt meestal niet aan ‘zelfonthulling’ gedaan, vanuit de gedachte: het draait niet om ons, maar om de coachee. Daar ben ik het volledig mee eens, maar in sommige contexten en bij sommige coachees kan het goed werken om daar – gepast en met mate – vanaf te wijken. Ik heb gemerkt dat sommige coachees het prettig vinden om een beetje te weten met wie ze te maken hebben en te voelen dat ook jij gewoon een mens bent. Bovendien wordt de balans iets gelijkwaardiger als niet alleen de coachee voortdurend wordt bevraagd.
Therapie als geschenk
Overigens weet ik mijzelf hierbij in goed gezelschap. In een artikel in Psychologie Magazine (1997) las ik eens dat Carl Rogers aan het eind van zijn leven zou hebben gezegd: ‘Als ik het over kon doen, zou ik meer van mezelf laten zien als therapeut.’ En de psychotherapeut Irvin D. Yalom schrijft in Therapie als geschenk dat hij er regelmatig voor kiest om zichzelf bloot te geven. Hij stelt dat er drie soorten zelfonthulling bestaan:
- Over de gehanteerde therapeutische techniek;
- Over gevoelens van de therapeut in het hier-en-nu;
- Over het privé-leven van de therapeut.
Hij adviseert om ten aanzien van de eerste soort volkomen open te zijn en ten aanzien van de tweede en derde om dit alleen te doen als het het belang van de cliënt dient.
De coach als medemens
Natuurlijk kun je altijd checken hoe jouw coachee hierin staat, met de volgende vraag:
‘Ik wil graag benadrukken dat het in deze coaching om jou draait. Maar mocht je iets over mij willen weten, dan kun je dat natuurlijk vragen. Is er op dit moment iets wat je over mij zou willen weten?’
Bij gepaste zelfonthulling hoort voor mij ook de bereidheid om jezelf kwetsbaar op te stellen. Sommige coachende professionals vinden dit lastig. Zij hebben de overtuiging dat ze ten overstaan van de coachee altijd sterk en wijs moeten zijn, maar het tegendeel is volgens mij waar. Coachees hebben doorgaans geen behoefte aan een perfecte superman of -vrouw tegenover zich. Dat geeft ze onnodig en onterecht het gevoel klein te zijn en nooit te worden zoals de coach. Wat mijns inziens beter werkt, is dat je als coach laat zien ook een mens met gebreken te zijn. Hierdoor kunnen jullie allebei ontspannen. Door jezelf te zijn, geef je de coachee de impliciete boodschap dat zij ook zichzelf mag zijn. Misschien is dit wel de belangrijkste les die je coachee meekrijgt!
Wat een lelijk jasje!
Je kunt deze kwetsbaarheid op een authentieke manier in de praktijk brengen door:
- sorry te zeggen als daar aanleiding toe is;
- het eerlijk te zeggen als je het even niet weet;
- dankbaar te zijn als de coachee je in vertrouwen neemt;
- indien gepast een eigen worsteling te delen.
Er zijn ook situaties waarin je als coach op de proef wordt gesteld en een grens dient aan te geven. Zo was er eens een beginnende coach in Engeland die van haar moeder een leuk jasje had gekregen. Op zekere dag coachte zij een nogal uitdagende dame, die zei: ‘Wat is dát voor raar jasje. Het is te kort om je billen te bedekken en te dun om je warm te houden.’ Eerst reageerde de coach vriendelijk: ‘O, dit jasje … Ja, dat was een geschenk van mijn moeder.’ Toen de coachee echter maar door bleef zeuren over dat rare jasje, werd de coach het op een gegeven moment zat en riep uit: ‘O, fuck off!’ Ze schrok van zichzelf, maar de coachee schoot in de lach en zei: ‘Kijk, nu weet ik dat ik je kan vertrouwen en de vreselijke dingen kan vertellen die ik heb meegemaakt.’ (Nelson, 2010.)
Jij en ik beklimmen dezelfde berg…
Bij ACT wordt gepaste zelfonthulling zelfs toegejuicht (zolang het de coachee dient). Een bekende ACT-metafoor luidt dan ook: de coach en de coachee beklimmen als het ware dezelfde berg. Het is dus zeker niet zo dat de coach vanaf de top aanwijzingen naar beneden roept. Eerder zij zijn beiden aan het klimmen en is de coach misschien iets eerder begonnen met beklimmen van de ACT berg en kan hij/zij/nb van de iets hogere positie net wat beter overzien waar de coachee aan het klimmen is. Bij ACT hoop je o.a. dat de zelfcompassie bij je coachee toeneemt door het ervaren van gedeelde menselijkheid. Ook wil je graag dat je coachee meer inzicht krijgt in de werking van de menselijke geest en daarom kan het soms helpend zijn om openheid te geven in het feit dat jij als coach óók wel eens onzeker bent en niet-helpende gedachten & lastige emoties ervaart. Zelfonthulling kan bijdragen aan beide, dus zowel de ervaring van ‘gedeelde menselijkheid’ als ‘meer inzicht in de werking van de geest’.
Hoe denk jij hierover?
Is zelfonthulling voor coaches en therapeuten nu wel of niet ok? Ik vind het bijna altijd verfrissend als iemand een andere visie heeft dan ik, dus ik lees graag hoe jij hierover denkt.
En mocht je in een groep gelijkgestemden je (verder) willen bekwamen in een van de mooiste vakken die er zijn – dat van coach – overweeg dan eens deelname aan onze Jaartraining Coachen 3.0
Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?
Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.
Wil jij meer leren over Oplossingsgericht coachen?
Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.
Wil jij meer leren over Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)?
Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.
Maandagse maak de wereld mooier mails
Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).
Bron foto: Wijnand Geuze, Link Fotografie
Naast schoolcoach ben ik ook docent wiskunde. Leerlingen gaan er vaak van uit dat je als docent een vlekkeloos leven hebt gehad en na vwo en universiteit voor de klas bent gegaan. Ik heb gemerkt dat leerlingen ook veel kracht kunnen halen uit mijn verhaal dat ik begon op mavo, daarna havo en daarna heel lang niets op studiegebied. Dat ik niet goed was in wiskunde, maar het zo ontzettend leuk vond om te doen. En dat ik uiteindelijk op mijn 34e er voor heb gekozen om te gaan studeren en mijn 2e en 1e graadsopleiding tot wiskundedocent heb afgerond.
Mijn wiskundedocent zij vroeger ooit tegen mij: ‘Jij zou een goede wiskundedocent zijn, want als er ergens problemen zijn weet jij ze te vinden’. Het duurde 16 jaar voor ik het ging proberen. En ik begrijp ook echt de problemen van de leerlingen. Wat dat betreft had hij dus gelijk