Motiverende gespreksvoering bij Groepen

Train je weleens in gedwongen kader? (Reclassering, Jeugdzorg, verslavingszorg) Wil je weten hoe je weerstand in groepen kunt voorkomen en ‘genezen’? En hoe je zorgt dat iedereen tot zijn of haar recht komt? Dan is dit artikel interessant voor je. Overigens ga ik dit keer voor het gemak uit van basis-kennis van MI (anders zou het een heel lang artikel worden). Als MI nog nieuw voor je is, verwijs ik je graag naar ons gratis e-book.

Het toetje van het ICMI

Onlangs was ik in Amsterdam op het ICMI, oftewel the International Conference on Motivational Interviewing. Allerlei gerenommeerde wetenschappers, waaronder MI-grondlegger Bill Miller (de man met de baard op de foto, op het punt om in te stappen in de rondvaartboot), Terry Moyers (bekend onderzoekster, de vrouw op de foto) presenteerden de nieuwste inzichten op het gebied van Motiverende gespreksvoering… hoewel soms taaie kost, was het ook zeer inspirerend om te zien dat men over de hele wereld met dezelfde bevlogenheid en MI-spirit werkt aan blijvende gedragsverandering bij allerlei doelgroepen.

Het congres was goed, maar het ‘toetje’ was nog beter! Na afloop werd er namelijk een workshop (georganiseerd door MINT-ned) verzorgd door Chris Wagner (linksonder op de foto) en Karen Ingersol, auteurs van het boek: MI in groups. Wat zij presenteerden is eigenlijk essentiële kennis voor elke trainer en zeker voor elke trainer die in gedwongen kader werkt, of anderszins weleens te maken krijgt met ‘weerstand’ (overigens een achterhaalde term, daarover meer in een volgend blog).

De workshop kort samengevat

MI bij groepen legt de nadruk op het betrekken van de gehele groep en het rechtvaardig verdelen van ieders spreektijd. Te lange 1op1tjes tussen trainer en deelnemer worden zoveel mogelijk voorkomen. Ook ligt de nadruk meer op positieve doelen, mogelijkheden, wederzijdse betrokkenheid, dan op ‘praten over problemen’. Problemen kun je het beste zien als ‘obstakels die je kunt overwinnen’ of als een context voor doelstellingen . Het verleden wordt vooral gezien als bron van kracht en ‘geleerde lessen’. Interessant is dat MI in groepen dicht aanligt tegen de oplossingsgerichte benadering. Chris Wagner zegt hierover: In groepswerk is het bouwen van hoop misschien wel belangrijker dan het oplossen van ambivalentie. Overigens zegt onderzoek dat verandertaal van één persoon in de groep de kans op verandering van álle groepsleden groter maakt.

Ook bij MI in groepen kun je vier processen herkennen:

1e Proces: Engageren

Uiteraard is er veel aandacht voor het creëren van een positief en veilig leerklimaat. Immers waarom zou je weerstandsgedrag vertonen als je je enerzijds veilig voelt en respectvol bejegend wordt en anderzijds het gevoel hebt dat de trainer weet waar-ie het over heeft en echt de leiding heeft. Dan rest hooguit de optie dat het onderwerp je niet interesseert / niet nuttig lijkt of dat je boos bent dat je verplicht moet deelnemen. In dat kader is het interessant om te weten dat MI het effectiefst blijkt bij mensen die aanvankelijk boos zijn dat zij aan een behandeling of training moeten deelnemen en vervolgens – tot hun verrassing – met empathie en ruimte voor de eigen autonomie bejegend worden. De MI-basishouding werkt onmiddellijk ontwapenend.

Als het om engageren (i.e. betrekken, de relatie bouwen) gaat, dan is een goed begin echt het halve werk. Zorg bijvoorbeeld vooraf voor “problem-free talk”, dat wil zeggen: laat deelnemers vertellen over positieve zaken die hen bezighouden. Iets wat veel trainers die in gedwongen kader werken (DJI; reclassering; jeugdzorg) al prima doen is het maken van groepsafspraken waarbij je de deelnemers zoveel mogelijk betrekt. Een groepsafspraak die echter vaak vergeten wordt is de volgende: “Hoe gaan we om met mensen in de groep die weinig praten en mensen die juist heel veel praten? Wat vinden jullie hierin rechtvaardig?”. Hierdoor maak je de gehele groep verantwoordelijk voor de verdeling van de spreektijd.

Spreektijd van de trainer: het advies is dat de trainer max 20% van de tijd aan het woord is en de deelnemers dus de rest van de tijd. Hoewel deze verhouding misschien niet bij elke training mogelijk is, geldt in elk geval het adagium: Better be a Guide on the Side, then a Sage on the Stage…

2e proces: focussen

Ook en juist bij groepen is het belang van focussen groot. Dit vraagt een effectieve inzet van de verschillende gespreksvaardigheden. Hier volgen wat tips over hoe je met name reflecties effectief kunt inzetten:

Bij groepswerk kun je reflecties op nieuwe manieren inzetten. Zo kun je bijvoorbeeld reflecteren wat je in de hele groep ziet gebeuren. Voorbeeld: “het lijkt erop dat jullie geraakt zijn door wat er zojuist is verteld… Wie wil hier iets over delen?
Bij veel praters: geef reflecties op de emotie en niet op de inhoud. Inhoudelijke reflecties zijn juist een uitnodiging om verder te praten, terwijl reflecties op de emotie de ‘veelprater’ iets geven om te voelen of over na te denken, waarbij de kans groot is dat deze even stil wordt. Ook kun je bij veel-praters juist gesloten vragen stellen, om vervolgens de aandacht te verleggen naar een stillere deelnemer. Trainer: ‘Klopt het dat jij vindt dat…’ Veelprater: ” ja, inderdaad’. Trainer: ‘Oké, eens kijken hoe anderen dit zien… John (stille deelnemer)… hoe kijk jij daar tegen aan?

3e proces: ontlokken

Probeer voortdurend thema’s te verbreden en de herkenbaarheid voor iedere deelnemer op te zoeken. Voorkom “coaching met getuigen”, waarbij je te lang stil staat bij de specifieke inbreng of vraag van slechts één deelnemer. Hoewel dit vanzelfsprekend lijkt, is dit voor trainers met een achtergrond in de hulpverlening of coaching een vaak voorkomende valkuil. Het wordt een ander verhaal als je de groep betrekt en laat brainstormen over oplossingen voor één specifiek probleem; dan stimuleer je het probleemoplossingsvermogen van de hele groep.

Wat te doen als een van de deelnemers in de reparatiereflex stapt? (i.e. ongevraagd allerlei oplossingen en adviezen aandragen) Tip: Bevestig de positieve intentie van deze deelnemer en vraag aan de inbrenger van het probleem, of deze inderdaad behoefte heeft aan adviezen. Zo ja, dan kun je meerdere deelnemers betrekken en mee laten denken over passende oplossingen. Zo nee, ga dan verder met de training zoals gepland. Als de deelnemer a.h.w. in de reparatie-reflex blijft hangen , dan kun je respectvol vragen wat hem of haar beweegt om steeds adviezen te geven.

Tijdsoriëntatie: Het verleden wordt vooral gezien als bron van ‘geleerde lessen’ over wat wel en niet werkt in een mensenleven. Hierbij horen vragen als: Welke oplossingen heb je eerder toegepast voor zo’n soort probleem? Hoe pakte dat uit? Hoe ben je sterker uit die (moeilijke) situatie gekomen? Wat heb je ervan geleerd?

De rol van positieve emoties: het actief cultiveren van positieve emoties zorgt voor een goed klimaat waarin meer ruimte is voor creativiteit, nieuwsgierigheid, optimisme en de bereidheid tot leren. Dit sluit mooi aan op de ‘broaden and build’ theorie van Barbara Fredrickson die stelt dat als iemand positieve emoties ervaart, hij een breder perspectief krijgt (broaden), hierdoor meer mogelijkheden ziet en de kans groter wordt op nieuwe positieve ervaringen (build).

Over eigen doelen: ook als deelnemers eigen, andere doelen hebben dan waar de training voor staat, dan moedig je die in eerste instantie aan. (Zolang de doelen niet pro-crimineel of anderszins ongepast zijn) Later kun je deze doelen koppelen aan de doelen van de training.

4e proces: plannen

Hierbij worden kleine stappen in de goede richting gestimuleerd. Kleine stappen zijn namelijk overzichtelijk, behapbaar en maken de kans groot op een succes ervaring. Door dergelijke kleine succeservaringen op te doen komt iemand eerder in beweging en groeit langzaam, maar zeker het vertrouwen, waardoor nieuwe uitdagender stappen mogelijk worden.

Voor grotere plannen helpt het om die in een ondersteunende groep te delen en met constructieve feedback eventueel bij te stellen. Hierbij zorgt de groep a.h.w. voor een zekere ‘reality-testing’.

Als je meer wilt lezen over MI bij groepen dan is het boek MI in groups van bovengenoemde auteurs zeker een aanrader. Van dé uitgever van MI boeken hoorde ik dat dit boek voorlopig nog niet vertaald zal worden in het Nederlands, dus de Engelse versie aanschaffen is de moeite waard.

Wil jij meer leren over Motiverende gespreksvoering?

Kijk dan hier voor het boek, hier voor de online training en hier voor de driedaagse Basistraining.

Maandagse maak de wereld mooier mails

Wil je soortgelijke content als hierboven wekelijks in je mailbox ontvangen? Schrijf je dan in en ontvang iedere maandag een kraak-verse ‘Maandagse maak de wereld mooier mail’ in je inbox. Deze unieke nieuwsbrief wordt door > 5000 mensen gelezen. Zo krijg je elke maandag een dosis nieuwe inspiratie met soms bemoedigende woorden, soms iets prikkelends en vaak iets vermakelijks. En telkens weer is het doel om jou nog veerkrachtiger en effectiever te maken als coachende professional (M/V/NB).

 

8 antwoorden
  1. Wilma Schapendonk
    Wilma Schapendonk zegt:

    Hoi Jeroen, gelukkig herken ik al wat tips van je maar er zitten ook wat nieuwe praktische tips bij die ik in de stop met rokengroepen kan gebruiken.
    Dank je wel.

    Beantwoorden
  2. Wout Jan
    Wout Jan zegt:

    Hoi Sergio,

    Een mooi inzicht over de veelpraters. Een reflectie op het gevoel zet aan tot nadenken, op de inhoud nodigt uit tot meer praten. Die ga ik zeker oefenen! (met name die reflectie op de emotie 😉
    Thnx!

    Groeten, Wout Jan

    Beantwoorden
  3. Inger steinmetz
    Inger steinmetz zegt:

    Hoi Sergio, toch weer mooie nieuwe inzichten, zoals gesloten vragen stellen aan veel-praters, waardoor er weer ruimte ontstaat. Een vraag: waarom wordt de term ‘ Coaching met getuigen’ gebruikt. Ik begrijp wat er bedoeld wordt, maar kan de gekozen term niet goed plaatsen bij de betekenis. Dank! Inger.

    Beantwoorden
    • Sergio van der Pluijm
      Sergio van der Pluijm zegt:

      Hi Inger, dank voor je reactie!
      Met ‘coaching met getuigen’ bedoel ik dat je té lang één persoon gaat coachen in een groepssetting. Dus niet bij een coaching-demo oid, maar stel iemand zit ergens mee en krijgt té lang 1op1 aandacht, waardoor de andere groepleden wellicht afhaken. Istie zo helder?
      HG, Sergio

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.